Default tekst.
Kopieër link Open printversie Stuur Whatsapp bericht Voeg toe aan nieuwe training
Voeg deze oefening toe aan een training. Toevoegen aan nieuwe training
Door een oefening aan je favorieten toe te voegen kan je deze oefening later eenvoudig terugvinden. Hiervoor moet je ingelogd zijn.
Inloggen Account aanmaken
Default tekst.
logoInloggen
Header image
Schieten in tweetallen Deze categorie bevat schotoefeningen met 2 spelers per paal (en soms 3). De oefeningen zijn gevarieerd maar simpel, waardoor er veel geschoten wordt.

Doelgroep Deze oefeningen zijn geschikt voor alle spelers die van minstens 3 meter goed kunnen schieten.
Opstelling Actief schieten #3
Doel Dit is een actieve schot oefening waarbij spelers door de opzet continue aangespoord worden om zo snel mogelijk een doelpunt te maken. Net als in een competitiewedstrijd is ieder schot belangrijk. Omschrijving Er staan twee spelers bij een paal (schutter en rebounder) en minstens 3 palen in een rondje.

De spelers krijgen een korte opdracht, zoals het scoren van 1 of 2 doelpunten. Is dat gelukt dan roept de speler 'Ja!', waarna alle spelers van paal doordraaien.
Bij de volgende paal begint de opdracht gelijk opnieuw, waardoor je een voordeel hebt als je zo snel mogelijk naar de volgende paal rent.

Per 'ronde' wint er 1 speler (de eerste speler die scoort), wie als eerste 5x een ronde wint, wint het hele spel. VariatiesDeze oefening is goed te combineren met het schieten van tussen de matten. Opstelling
Opstelling Actief schieten #2
Doel Dit is een schot oefening waarbij er iets is wat spelers continue in de gaten moeten houden (welke dopjes beschikbaar zijn), om vervolgens zo snel mogelijk een doelpunt te scoren. Net als in een competitiewedstrijd is ieder schot belangrijk. Omschrijving Tweetal met een bal bij een paal. Er zijn minimaal 2 tweetallen nodig, meer kan ook (vier in de afbeelding).
Om iedere paal liggen 3 dopjes van drie verschillende kleuren. Het is belangrijk dat dit bij iedere paal dezelfde kleuren zijn.

In het midden staat een trainer, met een stapel dopjes. Er worden steeds enkele dopjes op de grond gelegd.
Spelers verzamelen deze dopjes door te scoren van het dopje bij de korf dat dezelfde kleur heeft. Voorbeeld: Wordt er een doelpunt gescoord vanaf een rood dopje, dan mag er in het midden een rood dopje gepakt worden. De trainer vult deze voorraad steeds aan.

De kern van deze oefening is dat het aanbod in het midden steeds veranderd. Als eerste liggen er misschien tweede rode en een blauw dopje, daarna enkel 2 gele dopjes. Zodoende zullen spelers goed moeten kijken welke kleur(en) er beschikbaar zijn, om daar snel een doelpunt te scoren voor een ander groepje dit doet. Opstelling
Opstelling Actief schieten #1
Doel Dit is een actieve schot oefening waarbij spelers door de opzet continue aangespoord worden om zo snel mogelijk een doelpunt te maken. Net als in een competitiewedstrijd is ieder schot belangrijk. Omschrijving Twee tweetallen strijden tegen elkaar om zo veel mogelijk dopjes te verzamelen. Het verkrijgen van een dopje gaat steeds in twee stappen, eerst komt het dopje in de eigen hoepel en daarna kan het veilig gespeeld worden bij de korf.

De schutter schiet om beurten van de twee dopjes bij de korf. Wissel om de vier schoten van functie. Als een speler een doelpunt scoort, dan:

- Als beide hoepels leeg zijn wordt er een dopje van de stapel gepakt. Leg deze in de eigen hoepel.
- Als er een dopje in de hoepel van het andere tweetal ligt, pak dan dit dopje en leg deze in je eigen hoepel.
- Als er een dopje in de eigen hoepel ligt, dan leg je deze bij de paal (veilig, kan niet meer afgepakt worden).

Dit komt er concreet op neer dat een tweetal twee doelpunten achter elkaar moet scoren, zonder dat het andere tweetal tussendoor een doelpunt scoort. Opstelling
Opstelling 2 tegen 2 schieten
Doel Bij deze oefening wordt veel geschoten (4 spelers en 2 ballen) en zorgt de vorm van de oefening ervoor dat spelers zo snel mogelijk een doelpunt zullen willen scoren. Omschrijving Twee tweetallen staan bij een paal. Ieder tweetal heeft een bal en om de paal ligt een cirkel.

Per tweetal is er 1 schutter en 1 rebounder. De schutter schiet van buiten de cirkel, waarna de rebounder de bal pakt en deze terug speelt. Wordt er gescoord, dan wisselen bij beide tweetallen de spelers van functie.

Maak er een wedstrijdje van tot een tweetal als eerste een opgegeven aantal doelpunten gescoord heeft. VariatiesVoeg een extra element toe door spelers na ieder schot te laten bewegen. Dit kan rustig, door de opdracht dat ieder schot vanaf een andere plek moet zijn, of actief, door voorafgaand aan het krijgen van de bal een actie te moeten maken.
Er kan ook een extra pass toegevoegd worden, waarbij de schutter de bal steeds eerst terugspeelt, een actie naar links of naar rechts maakt en dan van daar schiet. Opstelling
Opstelling Schieten en wisselen
Doel Dit is een algemene schotoefening waarbij je spelers scherp houd doordat zij continue van positie wisselen. Omschrijving Er staat een speler onder de korf en spelers op schotafstand voor en achter de korf.

De rode speler schiet en de blauwe speler vangt af. De bal wordt daarna uitgespeeld naar de witte speler, deze schiet. Terwijl dit gebeurd wisselen de rode en blauwe spelers van plek.

Het schot wordt nu door de rode speler afgevangen, die de bal naar de blauwe speler gooit waarna de witte en rode speler van plek ruilen. Zo wordt er continue door gewisseld. VariatiesDe schutters staan nu op 2-3 meter willekeurig rond de korf. Zij bewegen rond de korf.
Er wordt op dezelfde manier doorgedraaid, waarbij voorkant/achterkant dus losgelaten wordt. Opstelling
Opstelling Pionnenroof met een twist
Doel Het doel van deze oefening is dat spelers veel schieten, waarbij ze door de oefeningsopzet gemotiveerd worden om zo snel mogelijk te schieten en zo veel mogelijk te scoren. Omschrijving Tweetallen bij een paal met voor de paal een hoepel en achter de paal een hoepel.

De oefening begint met standaard pionnenroof. Spelers schieten bijvoorbeeld 3x, wisselen dan om en wordt er gescoord dan mag er een dopje gepakt worden. Dit dopje wordt dan in de hoepel voor de korf gelegd.

Als alle dopjes op zijn, begint fase twee. Als er nu een doelpunt gescoord wordt zijn er twee opties:
1) Een dopje vanuit de eigen hoepel voor de korf in de hoepel achter de korf leggen. Dit dopje is dan veilig en mag niet meer gestolen worden.
2) Een dopje bij een andere paal wegpakken, enkel uit de hoepel voor de korf, en deze in de hoepel voor de eigen korf neerleggen. Bij een volgend doelpunt kan deze dan volgens optie 1 naar de hoepel achter de korf verplaatst worden.

Het spel stopt als alle dopjes in de hoepels achter de korf liggen, het tweetal met de meeste dopjes wint. VariatiesVarieer met de exacte schotopdracht. Bijvoorbeeld twee doelpunten in serie moeten scoren voor er een dopje gepakt mag worden, of afwisselend schieten van links en rechts voor de korf in plaats van stilstaand op dezelfde plek. Opstelling
Opstelling Getal onder de ...
Doel Bij deze opdracht voeren spelers een simpele schotopdracht uit en moeten zij tegelijkertijd opletten op de getallen die de andere tweetallen noemen. Omschrijving Dit is een gezamenlijke oefening met vaste tweetallen bij een paal. De tweetallen krijgen korte opdrachten, zoals:
- Score 3 doelpunten met sneldoelen.
- Score 2 doelpunten van 3 meter achter de korf.
- Score 2 doelpunten met 1 hand.

Daarbij neemt de trainer 1 getal in gedachte tussen de 0 en 25. Iedere keer dat een tweetal de opdracht gedaan heeft mogen zij 1 keer raden welk getal het is. Als het getal niet juist is weer door met de opdracht, om het opnieuw te mogen proberen.
Het is de bedoeling dat tweetallen tijdens het schieten ook letten op de getallen die de andere tweetallen noemen, om bij te houden welke getallen al geweest zijn. Opstelling
Opstelling Inhalen door te scoren
Doel Deze oefening is een leuk schotspel waarin geschoten wordt zonder verdediger, maar wel met tijdsdruk. Omschrijving Er zijn twee teams van 2 spelers. Per team een schutter en een rebounder. De schutters beginnen bij een dopje, tegenover elkaar.

De schutters schieten vanaf het dopje en mogen ieder doelpunt 1 dopje opschuiven. De rebounders vangen ondertussen voor hun eigen teamgenoot de bal af.
De schutter die als eerste de andere schutter inhaalt wint. VariatiesSpreek af dat de schutter die als eerste een volledig rondje gedaan heeft wint, in plaats van het moeten inhalen de andere schutter.

De oefening kan ook met drie tweetallen. Leg in dat geval 2 extra dopjes neer. EenvoudigerLaat de schutter doorgaan naar het volgende dopje bij het behalen van 3 punten. Scoren is 3 punten, de korf raken is 1 punt. Het gevolg is dan dat een speler door mag na 3x de korf raken, of zodra er een doelpunt gescoord wordt. Opstelling
Opstelling Steen, papier, schaar schieten
Doel Bij deze oefening wordt er geschoten onder verdedigende druk. Dit wordt gedaan op een manier die de meeste spelers leuk zullen vinden (extra motivatie) en spelers worden gedwongen eerst in gedachte ergens anders mee bezig te zijn (net als in een wedstrijd het geval is). Omschrijving 1 speler onder de paal met bal, 2 spelen tegenover elkaar in het voorveld.

De spelers spelen steen, papier schaar tegen elkaar. Daarna rennen beide spelers naar het blauwe dopje dat achter hen ligt. Vervolgens rent de winnaar naar het gele dopje aan zijn kant van de korf, krijgt de bal en schiet.
De ander rent ondertussen ook naar die plek, maar dan om te verdedigen.

Zolang de winnaar het goed doet heeft hij ruimte om te schieten, want de verdediger moet een langere weg afleggen. VariatiesIn plaats van steen, papier, schaar kan er ook met een dobbelsteen gegooid worden. Speler A wint bij een even getal en speler B bij een oneven getal.

Ook kan het met een stapel speelkaarten (enkel de cijfers). De spelers trekken om beurten een kaart en tellen de punten van hun eigen kaarten bij elkaar op. Zodra je op 10 of hoger zit ben je de winnaar.

Je kan de spelers ook eerst allebei naar hun eigen gele dopje laten rennen en van daar richting het blauwe dopje van de winnaar. Het idee is hetzelfde, maar dan met een uitwijkbeweging. Opstelling
Opstelling Intensief bewegen en schieten #2
Doel Schoten in een wedstrijdsituatie hebben met elkaar gemeen dat de schutter vaak eerst intensief zal moeten bewegen om vrij te komen en na heeft moeten denken bij alles wat er in de wedstrijd gebeurd. Ineens is daar dan het schot, zonder dat de schutter zich daar op heeft kunnen voorbereiden.
Deze oefening brengt beide elementen op een creatieve manier in een oefening met drietallen bij een paal. Omschrijving Drietal bij een paal. 1 onder de korf met bal. De andere 2 gooien met een dobbelsteen en moeten daarna als eerste bij de stapel met een overeenkomend aantal dopjes proberen te komen en de dopjes aantikken.
De meeste dobbelstenen zullen de cijfers 1 t/m 6 hebben, dus dan telt een 4 als 1, een 5 als 2 en een 6 als 3.

De winnaar rent daarna naar een hoepel, krijgt de bal en schiet. De verliezer moet ook de dopjes aantikken, en rent daarna achter de aanvaller aan om te verdedigen. VariatiesZet in plaats van cijfers simpele rekensommen op de dobbelsteen, welke allemaal als uitkomst 1, 2 of 3 hebben. Hiervoor is wel een dobbelsteen nodig waar je zelf de waardes in kan vullen (voorbeeld). EenvoudigerAls het voor de winnaar te moeilijk is om tot schot te komen kan de verdediger de opdracht krijgen om eerst de paal aan te tikken. Opstelling
Opstelling Intensief bewegen en schieten #1
Doel Schoten in een wedstrijdsituatie hebben met elkaar gemeen dat de schutter vaak eerst intensief zal moeten bewegen om vrij te komen en na heeft moeten denken bij alles wat er in de wedstrijd gebeurd. Ineens is daar dan het schot, zonder dat de schutter zich daar op heeft kunnen voorbereiden.
Deze oefening brengt beide elementen op een creatieve manier terug in een tweetal-oefening. Omschrijving Er liggen 3 kleuren dopjes uit elkaar op schotafstand voor de korf. Schutter staat voor de korf, de aangeef staat met bal onder de korf.

De aangeef geeft de schutter steeds een opdracht die uit drie onderdelen bestaat.

1) Blauw/wit/rood – de schutter rent naar het dopje met bijbehorende kleur en krijgt daar de bal.
2) Stuiter/rollen/gooien – hoe de schutter de bal naar de aangever terug moet gooien.
3) Links/rechts – met welke hand de schutter bovenstaande actie moet uitvoeren.

Voorbeelden zijn wit-gooien-links en blauw-rollen-rechts. Na 2 of 3 van deze opdrachten volgt de opdracht “kleur + schot” en krijgt de speler bij de overeenkomende kleur dopje de bal om te schieten.

EenvoudigerOm makkelijker te starten kan je het derde punt eerst weglaten. Ook kan je het een stap makkelijker maken door stuiteren of rollen weg te laten (blijven er 2 opties over bij punt 2). Opstelling
Opstelling Bal pakken en schieten
Doel Snel reageren op de bal en deze met een korte sprint zo snel mogelijk pakken. Omschrijving Twee spelers staan achter elkaar dicht voor de korf. Ze kijken allebei van de korf af, waardoor de speler zonder bal de speler met bal niet kan zien.
De bal wordt in het gezichtsveld gegooid, de voorste speler rent er zo snel mogelijk naar toe en schiet.

Let op dat de bal niet te ver gegooid wordt. Gebeurd dat wel dan veranderd de oefening in een conditie oefening, daar waar je de focus juist wil hebben op snel reageren en korte sprintjes. Zorg er ook voor dat de spelers dicht voor de korf, of eventueel zelfs naast de korf, beginnen zodat de schutter niet te ver van de korf uitkomt. VariatiesGa iets verder voor de korf staan waardoor de rennen verder uitkomt. Dit keer wordt er niet gelijk geschoten, maar wordt de bal teruggegooid en krijgt de renner de bal dicht bij de korf terug voor een kort schot. Opstelling
Opstelling Diep lopen
Doel Vrij komen door van de bal af te bewegen. Omschrijving De bal wordt naar de andere speler gegooid, waarna de gooier diep loopt langs de korf en de bal krijgt om vervolgens te schieten.

De focus kan gelegd worden op actief wegbewegen, het geven van een goede pass en op vlot schieten. VariatiesDe speler die voor de paal achterblijft kan na het gooien van de diepe bal naar de korf rennen om de bal af te vangen. Hij mag dan, als de bal 1 keer of helemaal niet gestuiterd heeft, ook nog een keer schieten. Opstelling
Opstelling Bewegen en schieten
Doel Actief bewegen en daarna schieten. Hiermee train je de bewegelijkheid van de spelers. Motiveer ze om zo vlot en soepel mogelijk te reageren op de commando's. Omschrijving De speler onder de paal geeft de speler in het vierkant een opdracht. Bijvoorbeeld: "Rood, geel, blauw". De speler moet in deze volgorde naar de dopjes toe bewegen. Bij de laatste kleur krijgt de speler de bal en volgt er een schot.
Wissel na 3 keer schieten van schot. Variaties- Noem 1 kleur per keer en noem de volgende kleur zodra de speler weer in het midden is.
- Voeg een buk beweging toe door de dopjes aan te laten tikken. Opstelling
Opstelling Uitwijkbal uit de ruimte
Doel Het schieten uit beweging oefenen in een vorm waarbij je uit het molentje tot schot komt. Omschrijving De bal wordt naar voren gegooid, waarna de gooier richting de paal beweegt en er weer vanaf. Nu de bal krijgen en schieten. De ander rent naar de paal om af te vangen. VariatiesDe afvang mag na het vangen van de bal zelf ook nog 1 keer schieten. Om het actief afvangen te motiveren kan je zeggen dat dit alleen mag na maximaal 1 keer stuiteren. Opstelling
Opstelling Wegtrekken uit aangeef
Doel Het lukt niet altijd om in de aangeef te komen. Jonge spelers hebben de neiging om zich er dan voor te worstelen, maar naar achter wegtrekken is een betere optie. Omschrijving De bal wordt naar voren gegooid en deze speler komt in de aangeef. Daarna alsof er een tegenstander voor komt, na kort stilgestaan te hebben, naar achteren wegtrekken. Daar de bal krijgen en schieten.

Doe de oefening daarna in drietallen. De derde persoon is de verdediger. Deze speler kiest per keer of hij wel of niet voor de aangeef komt, waar de aanvaller vlot op moet reageren.
Als de verdediger de aangeef toelaat volgt er een doorloop van de speler in het voorveld. Komt er geen aangeef dan volgt de wegtrek bal. Opstelling
Opstelling Dopjes wisselen
Doel Schieten nadat je eerst met totaal iets anders bezig geweest bent. Omschrijving Bij iedere korf staan 4 kleuren dopjes. Voorafgaand aan ieder schot krijgen de spelers een opdracht. Bijvoorbeeld: verwissel blauw met geel en tik rood aan. Na het uitvoeren van de opdracht wordt de bal aangegooid en moet er geschoten worden.

Benoem dat de dopjes na een opdracht blijven staan waar ze geëindigd zijn, niet weer terug zetten (vooral van toepassing bij andere opdrachten, zie variaties). VariatiesEr kan meer variatie in de oefening gebracht worden door niet alleen dopjes om te laten wisselen en aan te tikken, maar door meerdere soorten opdrachten te geven. Bijvoorbeeld:

Raak de paal aan.
Geef de trainer een high-five.

Zet een dopje bij de paal.
Zet een dopje op een ander dopje.
Zet een dopje schuin op elkaar.
Draai een dopje om. EenvoudigerMaak de schotafstand kleiner.
Geef minder opdrachten per schot.
Laat de afvang de opdracht uitvoeren en de schutter daarna schieten. UitdagenderGeef meer opdrachten per schot. Opstelling
Opstelling Succesvol is verderweg
Doel Focus op schieten van dichtbij en als dat goed gaat mag je van verder weg. Omschrijving Beginnen met schieten bij de witte dopjes. Hier blijven tot er gescoord wordt, als je mist ga je naar een ander wit dopje.

Als je scoort ga je naar de kleur dopjes dat verder weg ligt, dus bij geel. Als je hier scoort mag je weer een dopje verder weg (rood) en als je mist moet je weer een dopje dichterbij (wit).

Wie heeft er als eerst 2 keer gescoort vanaf een rood dopje? Opstelling
Opstelling Diverse afstanden
Doel Simpele schotoefening, waarbij uit stilstaand geschoten wordt van verschillende afstanden. Omschrijving De opdracht is om de dopjes weg te schieten. Je schiet vanaf een dopje, als je scoort breng je deze naar de paal. Als alle dopjes van die afstand weg zijn ga je naar de volgende afstand. Als alle dopjes bij de paal liggen heb je gewonnen. VariatiesHet kan ook in rondes, een ronde per afstand en dus ook met een winnaar per afstand. Daarna gezamenlijk naar de volgende afstand. Opstelling
Opstelling Pesten
Doel Een schot spel. Omschrijving De twee schutters schieten om de beurt. Als 1 van beiden scoort, moet de andere wisselen met de rebounder. VariatiesPas wisselen als 1 van beide 3 doelpunten gemaakt heeft. Opstelling
Opstelling Snel rebounden
Doel Zo snel mogelijk de bal afvangen, het liefst zonder dat deze stuitert. Omschrijving De schutter en de rebounder doen een wedstrijd wie de meeste doelpunten maakt. De rebounder mag alleen schieten als hij de bal na maximaal 1 stuiter vangt.

De achterliggende gedachte is dat de schutter vaker zal mogen schieten, maar de rebounder als hij mag schieten dichtbij staat. UitdagenderDe rebounder moet de bal zonder stuit vangen om te mogen schieten. Opstelling
Wedstrijd schieten
Doel Deze oefening lijkt op sneldoelen. Leuk om tussendoor te doen. Omschrijving Tweetallen bij een paal.

Iedere speler heeft 6 levens. Er wordt om beurten geschoten, op eenzelfde manier als bij sneldoelen. Iedere keer dat er gescoord wordt gaat er bij de andere speler een leven af.
Opstelling Scoren of terug
Doel Deze oefening simuleert een schotsituatie waarin je alle tijd hebt. Er is geen haast, maar je schot moet wel raak. Omschrijving De schutter krijgt per dopje drie kansen. Scoren is naar het volgende dopje, 3x missen is een dopje terug. Wie heeft er als eerste het hele rondje af? VariatiesAls de schutter klaar is wisselt hij met de aangeef. Allebei een rondje gehad = gewonnen. EenvoudigerDichterbij, of meer kansen per kant. UitdagenderGrotere afstanden, of minder kansen per kant. Opstelling
Opstelling Eerst gooien, dan schieten
Doel Schieten met tussendoor bewegen en gooien, zodat het meer op een wedstrijdsituatie gaat lijken. Omschrijving De spelers die niet bij een paal staan rennen rond, steeds naar een geel dopje toe. Hier krijgen zij de bal. Deze gooien ze terug en daarna rennen ze naar het rode dopje bij dezelfde korf. Hier krijgen ze de bal opnieuw en dit keer wordt er geschoten. Daarna weer naar een geel dopje bij een andere korf. VariatiesBij deze oefening kan er op vele manieren gevarieerd worden. Bijvoorbeeld:
- In plaats van een schot uit het voorveld trekt de aangeef weg achter de korf, krijgt de bal en schiet.
- Nadat de aangeef de bal voor het eerst uitgespeeld heeft rent hij gelijk naar het andere dopje, krijgt daar de bal en schiet. Opstelling
Opstelling Twee keer gooien en schieten
Doel Schieten met tussendoor bewegen en gooien, zodat het meer op een wedstrijdsituatie gaat lijken. Omschrijving De blauwe speler gooit de bal naar de gele speler en rent daarna naar een wit dopje en krijgt daar de bal.
Hij gooit de bal terug en rent naar de pion achter de korf. Hier krijgt hij op nieuw de bal, dit keer wordt er geschoten.

Op deze manier wordt er steeds geschoten van de pionnen voor en achter de korf en wordt de bal teruggegooid bij de pionnen naast de korf.

Als de oefening duidelijk is (en afhankelijk van het niveau) kan het ook zonder pionnen te gebruiken. Opstelling
Opstelling Steeds verder schieten
Doel Deze oefening legt de focus op schieten van dichtbij en laat spelers van verder weg schieten als het dichtbij goed gaat. Omschrijving De schutter begint bij het eerste dopje en mag maximaal 3 keer schieten. Als er gescoord wordt stapt de schutter 1 dopje naar achter, waar hij opnieuw drie kansen krijgt.
Worden alle drie de kansen op een afstand gemist, dan wordt er gewisseld met de rebound. Bij het opnieuw wisselen steeds weer bij het begin beginnen. VariatiesOnthouden waar je bent en daar de volgende beurt weer doorgaan. Pas wel op dat spelers niet te lang van een te grote afstand schieten.
Kan ook variëren door andere kanten van de korf te gebruiken. Opstelling
Opstelling Meteen actie maken
Doel Spelers leren om niet een bal naar de aangeef te gooien en vervolgens te wachten tot de bal gevangen is, maar om er meteen achteraan te rennen. Omschrijving De bal wordt naar de korf gegooid. Onmiddellijk na het gooien achter de bal aan rennen, naar de korf. Doel is om voorbij de lijn te zijn voordat de bal gevangen wordt. Vervolgens de bal terug krijgen en schieten.

De lijn maakt de opdracht concreet. Afhankelijk van het team is dit wel of niet nodig. VariatiesVariatie 1: De bal begint onder de korf, wordt uitgespeeld en meteen terug gegooid.
Variatie 2: Werken met een tegenstander. Deze tegenstander loopt niet mee tot aan de korf (want dat zou niet lukken bij een oefening waarbij de doorbraak de enige optie is), maar zorgt er wel voor dat de aanvaller ergens omheen moet rennen. Opstelling
Opstelling Schieten onder druk
Doel Oefenen op schieten onder verdedigende druk. Omschrijving De bal begint onder de korf en wordt naar de speler voor de korf gegooid. de speler onder de korf rent vervolgens achter de bal aan om te verdedigen.

Het is belangrijk dat de aanvaller centraal staat. Met teveel verdedigende druk kan de aanvaller niet oefenen. VariatiesDe oefening kan eventueel ook in drietallen, waarbij je twee spelers onder de korf hebt. Eén om te gooien en één om te gaan verdedigen. Zal resulteren in beter gegooide ballen. Opstelling