Default tekst.
Kopieër link Open printversie Stuur Whatsapp bericht Voeg toe aan nieuwe training
Voeg deze oefening toe aan een training. Toevoegen aan nieuwe training
Door een oefening aan je favorieten toe te voegen kan je deze oefening later eenvoudig terugvinden. Hiervoor moet je ingelogd zijn.
Inloggen Account aanmaken
Default tekst.
logoInloggen
Header image
Vrijlopen Deze categorie gaat over het zo bewegen als aanvaller dat je de bal kunt ontvangen en vaak ook zo dat je vervolgens kan schieten. Dit is te verdelen in een aantal subdoelen, zoals kijken hoe je tegenstander staat, weten waar je medespelers zijn en snel kunnen reageren op wat er gebeurd.

Doelgroep Spelers moeten de basis onder de knie hebben voor het zinvol is om dit gericht te oefenen. Denk aan zorgvuldig gooien over minimaal 4 meter en schieten van minimaal 3 meter.
Opstelling 1 tegen 1 zonder aangeef
Doel Leren welke bewegingen je als aanvaller moet maken om ruimte te creëren om te schieten. Omschrijving Een aanvaller en een verdediger bij een paal. De aanvaller heeft een bal.
De aanvaller mag lopen met de bal en probeert los te komen van de verdediger om te kunnen schieten.

De opdracht kan bijvoorbeeld zijn om 30 seconden aan te vallen en daarin zo vaak mogelijk de korf te raken of zoveel mogelijk doelpunten te scoren.
Deze oefening is erg intensief, dus zorg voor korte sessies met rustmomenten tussendoor.

Coach spelers op snelheidswisselingen en het wisselen van richting. Voorkom dat spelers op hetzelfde tempo rondjes lopen, daar raak je een tegenstander niet mee kwijt. EenvoudigerSta verdedigd schieten toe. Opstelling
Opstelling Vrijlopen op meerdere palen
Doel Deze oefening bied een uitstekende situatie voor een aanvaller om het vrijlopen te oefenen.
Leer de aanvaller om te kijken waar ruimte is (bij welke paal) en om niet enkel hard van paal naar paal te rennen, maar om gebruik te maken van schijnbewegingen en tempowisselingen ('fop je tegenstanders'). Omschrijving Er staan 3 palen in een driehoek met onder iedere paal een aangever met bal. Zet de palen niet te ver bij elkaar vandaan, om zo indirect al (gedeeltelijk) te voorkomen dat de aanvaller vrij komt door hard te rennen.
Verder is er 1 aanvaller en 2 verdedigers.

De aanvaller krijgt 30 seconden om zoveel mogelijk doelpunten te scoren. Dit mag op alle 3 de korven, de aanvaller mag er vrij tussen bewegen. EenvoudigerSpeel met een verdediger minder. Opstelling
Opstelling Kansen creëren en nemen
Doel Met deze oefening motiveer je spelers om te willen schieten. Enkel de bal kunnen vangen en doorspelen is niet genoeg, je wil zo vrijlopen dat je bij het ontvangen van de bal ook kunt schieten. Omschrijving Speel 2 tegen 2 of 3 tegen 3 op 1 korf. Bij een onderschepping wordt er gelijk van functie gewisseld en mag er ook gelijk geschoten worden.

Iedere aanvaller krijgt de opdracht om minstens 1 van de 3 keer dat hij de bal krijgt te schieten. Als startpunt houd iedere speler dit zelf bij en hangen er geen consequenties of beloningen aan het wel/niet lukken daarvan. Afhankelijk van hoe de oefening gaat en welk effect het op de spelers heeft kan je dat toevoegen. EenvoudigerSta verdedigd schieten toe. Een schot telt nu enkel niet als de bal geblokt wordt. UitdagenderVerander de opdracht in 1 van de 2 keer moeten schieten. Opstelling
Opstelling Zoek de vrije hoepel
Doel Dit is een partijvorm waar de volgende wedstrijdelementen in terugkomen.
- De aanvallende spelers moeten zorgvuldig en vlot naar elkaar overspelen (passing).
- Beide teams hebben er baat bij om zo goed mogelijk het overzicht te houden. Waar is een vrije hoepel? Welke hoepel moet er verdedigd worden? (vrijlopen) Omschrijving Speel bij voorkeur met twee teams van ieder drie spelers en 4 hoepels op de grond.

De opdracht voor de aanvallers is om over te spelen richting een hoepel. Er kan een punt verdiend worden door met een voet in de hoepels te staan terwijl je de bal vast hebt.

Het verdedigende team kan dit op een aantal manieren voorkomen. Allereerst, net zoals in een normale korfbalwedstrijd, door het gooien moeilijk te maken met de armen en door de bal te onderscheppen. Daarnaast, als een verdediger met 1 voet in de hoepel staat kan de aanval daar geen punt meer scoren. Om deze reden is het belangrijk dat er 1 hoepel meer is dan er verdedigers zijn.

Bij een onderschepping wisselen beide teams van functie. EenvoudigerAls het voor de aanvallers te lastig is kan er gespeeld worden met een extra speler die altijd bij de aanval hoort (overtal). Ook kan er een extra hoepel neergelegd worden zodat de aanvallers meer kanten op kunnen. UitdagenderAls de bal op de grond komt is deze altijd voor de andere partij. Opstelling
Opstelling Aansluiten in de aanval
Doel In de aanval wil je graag dat spelers soepel rondspelen, links of rechts aansluiten en niet kris kras door elkaar heen lopen. Doordat deze oefening maar een beperkt aantal opties geeft isoleer je deze situatie en kunnen spelers er goed op oefenen. Omschrijving Er staan drie spelers bij een dopje, waarvan 1 met een bal. Het vierde dopje is leeg.
Een trainer staat als verdediger in het midden.

Om te beginnen mogen de spelers alleen rondspelen, niet schieten.
De opdracht is om naar elkaar over te gooien, met de extra regel dat je alleen de bal mag krijgen als je bij een dopje staat. Hiermee dwing je af dat de spelers links of rechts aansluiten.
De verdediger sluit af en toe een kant af. De spelers moeten dan schakelen en de andere kant op gaan gooien.
Einddoel van dit onderdeel is dat de speler met de bal soepel de andere kant op gooit als de tegenstander ertussen komt en dat de overige spelers vlot aansluiten.
VariatiesGeef spelers meer opties door ook dicht bij de korf dopjes neer te leggen. Daarmee behoord een actie naar de korf ook tot de mogelijkheden. UitdagenderAls het goed loopt wordt de trainer vervangen door twee spelers. Dit zijn nu de verdedigers. De oefening blijft exact gelijk, behalve dat de aanvallers nu ook mogen schieten als ze vrij staan. Hierdoor ontstaan drie opties voor de speler met de bal:
1) Schieten
2) Naar links gooien
3) Naar rechts gooien
Er zijn twee verdedigers, dus als spelers goed aansluiten is er altijd minimaal 1 optie beschikbaar.
Einddoel van dit onderdeel is wederom dat er soepel rondgespeeld wordt.

Vervolgens kan de oefening ook met 3 verdedigers en daarna met 4 aanvallers en 4 verdedigers (dan is er ook een vijfde dopje nodig). Opstelling
Opstelling Partijvorm reageren
Doel Het doel van deze wedstrijd is om voor de spelers situaties te creëren waarin ze snel moeten waarnemen en reageren. Na de instructie tot balwissel van de trainer moeten de spelers kijken waar de bal is en vervolgens de beste actie bepalen, zoals zelf de bal pakken, vrijlopen richting 1 van de korven of gaan verdedigen. Hoe sneller je dit doet, des te groter de kans op een doelpunt (of het voorkomen daarvan).

De situatie zelf is niet van toepassing op een normale korfbalwedstrijd, maar de vaardigheden die je hiermee aanspreekt (waarnemen, keuzes maken en reageren) wel. Omschrijving Er staan 3 palen in een driehoek. Aan iedere zijde van de driehoek, op enige (en veilige) afstand, ligt een hoepel met daarin een bal. Zorg voor 4 verschillende ballen (zoals een K4 bal, een K5 bal, een voetbal en een zachte bal), waarvan 1 de wedstrijdbal is en de andere ballen ieder in een hoepel liggen.

Speel bij voorkeur 3 tegen 3. Het team dat de bal uitneemt is de aanval en mag overal scoren. Als de verdediging de bal onderschept worden zij de aanval en mogen ze na 1x overspelen gelijk gaan proberen te scoren (ook op alle palen).

De trainer roept af en toe de naam van 1 van de ballen die in de hoepels ligt. Dat wordt dan de nieuwe wedstrijdbal. De wedstrijd stopt niet, de speler die het snelst naar de bal toe rent mag met zijn team gelijk beginnen met aanvallen. De vorige bal kan naar een trainer toegespeeld worden en in de lege hoepel gelegd worden. Opstelling
Partijvorm schakelen
Doel In een wedstrijd moeten spelers continue waarnemen en reageren. In deze partijvorm oefen je dat door de spelers steeds iets te geven om op te reageren (fluitsignaal), waar ze vervolgens iets mee moeten (bedenken wie nu teamgenoten zijn en snel zien wie er vrij staan).

Deze exacte uitvoering slaat niet op een echte wedstrijd (daar wissel je niet van team), maar het is voor de hersenen wel vergelijkbaar met de situaties die veel in wedstrijden voorkomen. Omschrijving Maak 2 teams van 4 spelers. Het is belangrijk dat ieder team uit 2 jongens en 2 meisjes bestaat. Geef 1 team lintjes of hesjes.

Speel 4 tegen 4 op 1 paal. Bij een onderschepping moet er 1 keer overgespeeld worden, waarna er gelijk aangevallen mag worden.

Als de trainer op een fluitje blaast wordt er niet meer lintjes tegen de niet-lintjes gespeeld, maar veranderd de wedstrijd in jongens tegen de meisjes. Ook dit keer mag er na 1 keer overspelen gelijk aangevallen worden.
Blaast de trainer nog een keer op een fluitje dan wisselt de wedstrijd weer terug naar lintjes tegen de niet-lintjes. VariatiesSpreek af dat een doelpunt direct na een teamwissel (dus na 1 pass) 3 punten waard is, om spelers extra te stimuleren om gelijk een vrijstaande speler te zoeken.