Korfbal oefeningen voor de ambitieuze trainer

Balvaardigheid Balvaardigheid is cruciaal. Alle korfbalhandelingen draaien om het pakken of gericht wegspelen van de bal, waarbij het succes sterk afhankelijk is van de controle die een speler over de bal heeft.

Balvaardigheid train je via deze acties, bijvoorbeeld door te gooien of te schieten, maar juist ook door zo veelzijdig mogelijk met een bal bezig te zijn. Op zo veel mogelijk verschillende manieren met een bal spelen, om de controle zo steeds sterker te krijgen. De oefeningen daarvoor vind je in deze categorie.

Doelgroep Deze oefeningen zijn bedoeld voor beginnende korfballers, met geen ervaring tot een aantal jaar ervaring.

Dichtbij tegen de muur

Doel Deze oefening draait om het onder controle hebben van de bal op korte afstand. Denk hierbij aan:
- De bal gericht naar een bepaalt punt gooien.
- De bal vanuit verschillende situaties in 1 keer kunnen pakken. Omschrijving Alle spelers staan met een bal bij de muur. Voor hen ligt een hoepel. De spelers krijgen verschillende opdrachten waarbij de bal tegen de muur en in de hoepel komt.

Opdrachten zijn bijvoorbeeld:
1) Gooi de bal tegen de muur, waarbij het doel is dat daarna in de hoepel stuitert.
2) Gooi de bal, met kracht, in de hoepel zodat de bal vanuit de hoepel in 1 keer door stuitert tegen de muur aan.
3) Gooi de bal tegen de muur, waarbij het doel is de bal eerst tussen de muur en de hoepel te laten stuiteren en daarna in de hoepel. VariatiesBij alle opdrachten kan er gevarieerd worden door te gooien met rechts, met links of met beide handen.

De oefening kan ook in tweetallen, waarbij bijvoorbeeld de bal via de muur in de hoepel van de ander gegooid wordt. Uitdagender- Geef iedere speler 2 ballen. Met 1 bal wordt continue op de plaats gestuiterd, terwijl met de andere bal de opdracht tegen de muur gedaan wordt.
- Zet in plaats van een hoepel een bank parallel aan de muur. In plaats van 1 de hoepel stuitert de bal nu op de bank. Opstelling

Schieten zonder te scoren

Doel Deze oefening draait om het onder controle hebben van de bal op korte afstand. Denk hierbij aan:
- De bal gericht naar een bepaalt punt gooien.
- De bal vanuit verschillende situaties in 1 keer kunnen pakken. Omschrijving Bij deze oefening wordt er op de paal geschoten, met een andere opdracht dan om een doelpunt te scoren. De palen staan in een rondje en alle spelers hebben een eigen bal.

Spelers stuiteren van paal naar paal en voeren bij iedere paal de opdracht uit. Wissel ongeveer iedere minuut van opdracht.
1) Gooi de bal tegen de paal, vang de bal op en schiet.
2) Gooi de bal tegen de zijkant van de korf, vang de bal op en schiet.
3) Schiet de bal over de korf heen, vang de bal na 1 stuiter op en schiet. Opstelling

Bal dichtbij omhoog

Doel Deze oefening draait om het onder controle hebben van de bal op korte afstand. Denk hierbij aan:
- De bal gericht naar een bepaalt punt gooien.
- De bal vanuit verschillende situaties in 1 keer kunnen pakken. Omschrijving Alle spelers hebben een eigen bal en staan bij een hoepel.

Basisopdracht: Gooi de bal een klein stukje recht omhoog, laat de bal daarna 1x in de hoepel stuiteren en vang de bal weer op.
Algemene variatie: Dit kan met de rechterhand, met de linkerhand en met twee handen.

Verander vervolgens ongeveer iedere minuut de opdracht. Opties hiervoor zijn bijvoorbeeld:
1) Na het omhoog gooien van de bal draait de speler 1 rondje om zijn eigen as.
2) Na het omhoog gooien van de bal tikt de speler een lijn aan ~2 meter achter zich.
3) Na het omhoog gooien van de bal stapt de speler onder de bal door en draait zich om richting de bal.
Bij al deze variaties blijft de opdracht om de bal na 1 stuiter in de hoepel weer te pakken. Opstelling

Recht ver weg gooien

Doel Het doel van deze oefening is dat spelers oefenen om zo goed mogelijk te mikken met gooien over een wat grotere afstand. In staat zijn om de bal zo recht mogelijk op een doel af te gooien. Omschrijving Een speler staat in een hoepel, met een bal, op afstand van een muur.

De opdracht is om de bal tegen de muur te gooien en weer te pakken. De bal mag stuiteren onderweg, maar de speler moet bij het pakken van de bal wel minimaal 1 voet in de hoepel laten staan. De bal zal dus dusdanig recht tegen de muur gegooid moeten worden, zodat de bal ook recht genoeg weer terug komt om vanuit de hoepel te kunnen pakken. VariatiesDezelfde opzet is ook mogelijk met twee spelers tegenover elkaar, met een grote afstand ertussen. Beide spelers staan in een hoepel en hebben samen 1 bal.
De opdracht is om de bal naar de ander te gooien. De bal mag stuiteren onderweg, maar moet vanuit de hoepel gepakt kunnen worden. Opstelling