Default tekst.
Kopieƫr link Open printversie Stuur Whatsapp bericht Voeg toe aan nieuwe training
Voeg deze oefening toe aan een training. Toevoegen aan nieuwe training
Door een oefening aan je favorieten toe te voegen kan je deze oefening later eenvoudig terugvinden. Hiervoor moet je ingelogd zijn.
Inloggen Account aanmaken
Default tekst.
logoInloggen
Header image
Gooien en vangen De categorie gooien en vangen bevat statische oefenvormen, waarmee in tweetallen of kleine groepjes het overgooien van de bal geoefend kan worden.

Doelgroep Deze categorie gaat vooraf aan de categorie passing, waarbij gooien en vangen in partijvormen centraal staat.

De oefenvormen in de categorie gooien en vangen zijn vooral gericht op jonge en beginnende korfballers, waar de focus ligt op hoe je moet gooien en op het durven vangen van een bal.
Opstelling Gooiparkour
Doel Een simpele en rustige oefening met ruimte voor aandacht aan techniek. Daarintegen is het wel leuker dan helemaal statisch overgooien. Omschrijving Een tweetal gaat tegenover elkaar staan, allebei bij een dopje. De opdracht is om 15 keer over te gooien en daarna allebei een dopje op te schuiven. VariatiesHet is ook een geschikte oefening om spelers te laten oefenen met het gooien met hun zwakke hand.

Een leuke variatie is om spelers na 1 keer gooien meteen naar het volgende dopje te laten gaan, waardoor ze als het ware door het parcours heen bewegen. EenvoudigerAls het gaat om jonge kinderen die gooien nog lastig vinden is het belangrijk om ervoor te zorgen dat de afstanden niet te groot zijn. UitdagenderHet is een statische gooi oefening. Als daar voor het team geen uitdaging meer in zit moet deze oefening niet meer gedaan worden. Opstelling
Verschillende afstanden
Doel Een simpele gooi oefening die net iets leuker is dan statisch op dezelfde afstand overgooien.
Zolang het goed gaat wordt de afstand steeds groter. Omschrijving Een tweetal gooit statisch naar elkaar over. Iedere keer dat er 10 keer overgegooid wordt zonder dat de bal valt, zetten ze allebei een stap naar achter.

Vaak net iets leuker dan statisch op dezelfde afstand overgooien. Voorkom dat spelers te lang op een afstand staan die eigenlijk te moeilijk is.
Opstelling Gooien en rennen
Doel Een actieve warming-up. Geschikt om voor een wedstrijd met 1 bal iedere speler snel wat balcontacten te geven. Omschrijving De voorste speler van 1 van de rijtjes heeft een bal. Deze wordt naar de voorste in het andere rijtje gegooid, waarna de gooier achter zijn bal aan rent en achteraan aansluit in dat rijtje. Op deze manier doorgaan. Opstelling
Opstelling Naar links en naar rechts
Doel Het gooien met de buitenste hand oefenen. Omschrijving De speler voor de korf rent vanuit het midden naar een dopje toe en krijgt daar de bal op zijn buitenste hand. Met die hand wordt de bal ook terug gegooid.
Daarna naar het andere dopje rennen en ook hier de bal op de buitenste hand krijgen en daarmee terug gooien.
Nu nog eenmaal naar het andere dopje, hier dit keer de bal terug gooien en er achteraan rennen voor een schot. VariatiesNa het gooien kan er ook een andere schotpoging volgen. Bijvoorbeeld een uitwijkbal of een wegtrekbal. UitdagenderGeef de opdracht om de bal met 1 hand te vangen en zonder dat de andere hand erbij komt de bal weer terug te gooien. Opstelling
Opstelling Gooien, gooien en wisselen
Doel Dit is een gooi oefening waarbij acties elkaar vlot opvolgen. Je vangt een bal, gooit deze door en krijg snel daarna vanaf de andere kant alweer de volgende bal aangespeeld.

Daarnaast moeten spelers reageren op de signalen van de trainer. Zij moeten bedenken wat het signaal betekend en snel actie ondernemen, anders kan er al weer een andere bal komen. Omschrijving Er wordt met beide ballen dezelfde kant op gegooid. Je krijgt dus de situatie waarin een speler een bal gooien en al vrij snel van de andere kant de volgende bal krijgt, om ook weer door te spelen.

Als de trainers roept "De andere kant op" (of spreek af dat deze opdracht bij een fluitsignaal hoort) moet er de andere kant op gegooid gaan worden. Klinkt simpel, maar is zeker voor jongere spelers even schakelen.
VariatiesJe brengt meer variatie in de oefening door meer signalen toe te voegen. Bijvoorbeeld:
1x fluiten: Wissel van gooirichting.
2x fluiten: diagonaal heen en weer gaan gooien tot de volgende keer 2x fluiten (dan weer terug naar in een rondje).
3x fluiten: Overgooien met 1x stuiteren.
Fluiten als bij een strafworp: Gooien met je andere arm.
"Links" roepen: Alle spelers schuiven een plekje op naar rechts (idem. met "rechts").

Naar mate je meer signalen toevoegt wordt de oefening ook uitdagender. EenvoudigerDoor 1 of 2 extra spelers toe te voegen is er iets meer tijd voor de volgende bal komt. UitdagenderVoeg een extra bal toe. Opstelling
Opstelling Overgooien en van plek wisselen
Doel Dit is een statische oefening die wel steeds veranderd, waardoor het een uitdaging wordt om steeds snel te reageren en de oefening soepel te doen.

Daarnaast zit de situatie "bal krijgen, draaien, doorspelen" er veel in. Omschrijving De bal begint bij de witte speler. Deze gooit de bal naar de rode speler en van daar door naar de gele speler. Deze schiet 1 keer, vangt de bal af en gooit de bal weer terug.
Als witte speler de bal weer heeft gooit deze de bal tegen de muur en begin je weer van voor af aan.

Zodra dit duidelijk is en goed uitgevoerd wordt komt er een opdracht bij. Iedere keer als de rode speler de bal gooit, wisselt hij van plek met de andere speler. Als rood naar geel gooit wisselt rood met wit, en als rood naar wit gooit wisselt rood met geel. VariatiesNa het wisselen van positie gaat de speler de in het midden stond niet altijd naar dezelfde plek, maar kiest deze speler nu uit 1 van drie dopjes (de rode of de gele dopjes, afhankelijk van welke kant de speler op gaat). Het gevolg is dat de nieuwe speler in het midden na het draaien eerst moet kijken op welke plek de speler is gaan staan. Er kan niet meer blindelings naar dezelfde positie gegooid worden.

Een andere variatie is om de spelers niet meer na iedere keer gooien te laten wisselen van plek, maar ze te laten wisselen na een fluitsignaal van de trainer. Opstelling
Opstelling Gooien en reageren
Doel Gooien in situaties waarin je de bal aan de ene kant krijgt en de andere kant op door gooit, in combinatie met het trainen van het reactievermogen. Omschrijving In de basis wordt er bij deze oefening overgegooid van links naar rechts en als de bal helemaal rechts is weer terug naar links. Op deze manier gaat de bal heen en weer.

Vervolgens komen er 1 voor 1 signalen bij waar de spelers op moeten reageren. leg de extra opdrachten pas uit op het moment dat je ze toevoegt.
- Als de trainer 1 keer fluit veranderd de bal horizontaal van gooirichting. Als de bal op rij 1 op het moment van gooien van de blauwe naar de rode speler ging gaat de bal weer terug naar de blauwe, in plaats van door naar de andere rode speler.
- Als de trainer 2x fluit schuiven alle spelers 1 rij op, horizontaal. Spreek af welke kant op. De speler die achteraan staat gaat naar het begin.
- Als de trainer een getal noemt, bijvoorbeeld 3, draaien alle spelers in deze 'kolom' door. In de afbeelding gaat het dan om de rode, witte en blauwe speler. Spreek af welke kant op er doorgedraaid wordt en laat ze de bal neerleggen. Opstelling